De onbekende paden die nergens genoemd worden, zijn de verschillende wegen die de informatie van de staafjes en de kegeltjes aflegt. In de literatuur is alleen informatie te vinden over de gang van het licht door de hersenhelften heen. Dat is een horizontaal verhaal met alleen de linker- en de rechterhersenhelft. Deze zienswijze is gericht op het vermogen van de ogen om scherp te zien.
Het gedeelte van de cortex dat gebruikt wordt om scherp te zien ligt in het lagere gedeelte van de visuele cortex; de regio van V8. Een ander gedeelte van de visuele cortex, het gebied van V3A en V7, is veel meer gespecialiseerd in beweging en in de informatie van de staafjes. Dus:
- De lagere visuele cortex is vooral voor het scherp zien, voor informatie van de kegeltjes en dus de fovea centralis.
- De hogere visuele cortex is vooral voor beweging en grijstinten, voor informatie van de staafjes en dus de rest van de retina.
Dit is natuurlijk een enorm schematische voorstelling van de gang van zaken. Maar het idee is dat de visuele informatie van de ogen die van de staafjes komt, veel meer naar de hogere visuele cortex gaat. En aangezien we 95% staafjes hebben en 5% kegeltjes, kun je je misschien voorstellen hoe belangrijk het is om die visuele paden te ontwikkelen en je ervan bewust te worden. Als we ons richten op vooral scherp zien, dan gebruiken we maar 5% van ons visuele vermogen. Bewustwording van het hogere visuele pad geeft veel meer ontspanning in het lichaam en laat het sympathische zenuwstelsel tot rust komen, omdat het parasympathische zenuwstelsel geactiveerd wordt door het hogere visuele pad.
Bronnen:
Peter Grunwald – The art of integrating eye, brain and body.