De externe oogspieren hebben twee functies. Ze kunnen het oog laten bewegen en samen met de ooglens spelen ze een rol in de accommodatie.
Bewegingen door de externe oogspieren
Op het eerste gezicht lijkt het heel simpel wat de oogspieren doen. Als je het eenvoudig bekijkt dan is de superior rectus om het oog naar boven te bewegen. De superior rectus spant dan aan en de inferior rectus rekt dan uit. Precies andersom is het als je naar onderen kijkt. En voor links en rechts kijken geldt hetzelfde.
Maar de anatomie zit iets ingewikkelder in elkaar. Het volgende lijstje laat zien dat het in e praktijk iets anders is.
- Naar boven kijken: Superior Rectus, Inferior Oblique.
- Naar beneden kijken: Inferior Rectus, Superior Oblique.
- Naar de neus kijken: Superior Rectus, Inferior Rectus, Medial Rectus.
- Naar buiten kijken: Lateral Rectus, Superior Oblique, Inferior Oblique.
- Roteren naar neus: Superior Rectus, Superior Oblique.
- Roteren naar buiten: Inferior Rectus, Inferior Oblique.
Anders gezegd:
- Superior Rectus: naar boven, naar de neus, roteren naar neus.
- Inferior Rectus: naar beneden, naar de neus, roteren naar buiten.
- Medial Rectus: naar de neus kijken.
- Lateral Rectus: naar buiten kijken.
- Superior Oblique: naar beneden, naar buiten, roteren naar de neus.
- Inferior Oblique: naar boven, naar buiten, roteren naar buiten.
Het bewegen van de oogspieren wordt in deze youtube video duidelijk uitgelegd. De spiertjes worden aangestuurd door 3 craniale zenuwbanen.
Een andere afbeelding van de externe oogspieren is zijwaarts. Dan zie je hoe de externe oogspiertjes achter het oog doorlopen.
Accommodatie
Nu is het zo dat de externe oogspieren ook een functie hebben in de accommodatie. De superior en inferior oblique worden gebruikt voor accommodatie. De lens en de cilindrische spier daaromheen doen ook een gedeelte van de accommodatie.
De oblique spieren zijn net een soort band om de ogen heen. Je kan je voorstellen dat als je een die band om de ogen ietsje aanspant dat dan het oog in de knel komt. Dan vervormt het oog in de lengte. En dat is nu precies wat er gebeurd als je dichtbij kijkt. Dan spannen die banden (de obliques) aan en tesamem met de cilindrische spier, leveren ze de benodigde accommodatie. Dan is om dichtbij te kunnen kijken.
Daarom heeft iemand die bijziend is ook meestal en te lange oogbol. Omdat de oblique spieren niet meer kunnen ontspannen blijft de oogbol verlengd.