Simson en Delila is een prachtig bijbelverhaal over het 3e oog. Dat zal ik uitleggen. Maar eerst het verhaal van Simson en Delila, dat is te vinden in Richteren 16:1-31
1) Op een keer was Simson in Gaza. Daar viel zijn oog op een hoer en hij ging bij haar naar binnen.
2) De inwoners van Gaza kwamen erachter dat Simson in de stad was. De waakzaamheid in de stad werd verhoogd» en bij de stadspoort hield een aantal mannen zich gereed om hem te overmeesteren; verder deden ze die nacht nog niets. ‘Zodra het licht wordt zullen we hem doden,’ zeiden ze.
3) Maar Simson sliep niet langer dan tot middernacht, toen stond hij op. Bij de stadspoort gekomen greep hij de beide deurposten vast en rukte ze los met deuren en sluitbalk en al; hij nam het hele gevaarte op zijn schouders en droeg het weg, helemaal naar een van de bergtoppen tegenover Hebron.
4) Enige tijd later begon Simson een verhouding met een vrouw uit het Sorekdal, een zekere Delila.
5) De Filistijnse stadsvorsten gingen naar Delila toe en zeiden tegen haar: ‘Haal Simson over om u te vertellen waarin zijn geweldige kracht schuilt en wat we moeten doen om hem weerloos te maken. Dan kunnen we hem gevangennemen, zodat we geen last meer van hem hebben, en krijgt u van ieder van ons elfhonderd sjekel zilver.’
6) Dus vroeg Delila aan Simson: ‘Vertel me eens: waarin schuilt toch je geweldige kracht? Hoe kan iemand je zo boeien dat je weerloos wordt?’
7) Simson antwoordde: ‘Als ik geboeid word met zeven verse, soepele pezen, dan ben ik even zwak als ieder ander.’
8) De Filistijnse vorsten stuurden Delila zeven verse, soepele pezen. Daarmee bond ze hem vast,
9) terwijl in het vertrek ernaast een aantal Filistijnen klaarstond om hem te overmeesteren. Toen riep ze: ‘De Filistijnen komen je halen, Simson!’ Maar hij liet de pezen knappen als hennepvezels die te dicht bij het vuur komen. Het geheim van zijn kracht bleef in raadselen gehuld.
10) ‘Wat is dat nu?’ zei Delila tegen Simson. ‘Je hebt me voor de gek gehouden en leugens opgedist! Vertel me nu echt hoe je geboeid moet worden.’
11) Simson antwoordde: ‘Als ik word vastgebonden met nieuwe, ongebruikte touwen, dan ben ik even zwak als ieder ander.’
12) Toen nam Delila nieuwe touwen en bond hem daarmee vast. Weer riep ze: ‘De Filistijnen komen je halen, Simson!’ Maar terwijl de Filistijnen al klaarstonden om hem te overmeesteren, liet Simson de touwen als draadjes van zijn armen knappen.
13) ‘Je hebt me weer voor de gek gehouden en met leugens afgescheept!’ zei Delila. ‘Vertel me nu eindelijk hoe je geboeid moet worden.’ En Simson zei: ‘Als je mijn zeven haarvlechten inweeft in het weefgetouw en ze met een pin vastzet in de wand, dan ben ik even zwak als ieder ander.’ Zodra hij in slaap was gevallen, weefde Delila zijn zeven haarvlechten door de schering van haar weefgetouw
14) en stak het weefsel vast met een pin. Toen riep ze: ‘De Filistijnen komen je halen, Simson!’ Simson werd wakker, rukte de pin los en trok zijn haarvlechten uit het weefgetouw, met schering en al.
15) ‘Hoe kun je zeggen dat je van me houdt?’ zei Delila. ‘Je vertrouwt me niet eens! Tot drie keer toe heb je me voor de gek gehouden in plaats van me te vertellen waarin je geweldige kracht schuilt.’
16) Zo bleef ze hem dag in dag uit met verwijten bestoken en drong net zo lang aan tot hij het niet meer uithield en bezweek.
17) ‘Nog nooit heeft een scheermes mijn hoofd aangeraakt,’ vertrouwde hij haar toe. ‘Dat is omdat ik al vanaf de moederschoot als nazireeër aan God gewijd ben. Als mijn hoofdhaar zou worden afgeschoren, zou mijn kracht me in de steek laten en zou ik net zo zwak zijn als ieder ander.’
18) Delila voelde dat hij ditmaal de waarheid had verteld en stuurde de Filistijnse vorsten de boodschap: ‘Deze keer moet u zelf komen, want nu heeft hij mij de waarheid toevertrouwd.’ Ze kwamen naar haar toe en brachten het geld voor haar mee.
19) Zodra Simson in haar schoot in slaap was gevallen liet ze een van de Filistijnen» binnenkomen, en in diens bijzijn schoor ze Simsons zeven haarvlechten af. Daardoor week zijn kracht en zo maakte zij hem weerloos.
20) ‘De Filistijnen zijn er om je te halen, Simson!’ riep ze. Simson werd wakker en wilde opspringen en zich losrukken, net als de vorige keren, want hij wist niet dat de HEER hem verlaten had.
21) Maar de Filistijnen grepen hem, staken zijn ogen uit en voerden hem mee naar Gaza, geboeid met bronzen ketenen. In Gaza werd hij in de gevangenis gezet, waar hij meel moest malen.
22) Maar zijn afgeschoren haar begon meteen weer aan te groeien.
23) ‘Onze god heeft onze vijand Simson aan ons uitgeleverd,’ verklaarden de Filistijnse vorsten, en daarom hielden ze een groot offerfeest ter ere van hun god Dagon.
24) Bij het zien van Simson juichte het volk:
‘Geloofd zij onze god, want hij levert aan ons uit
onze vijand, die ons land verwoestte,
onze vijand, die zo velen van ons doodde.’
25) Ze waren in een steeds vrolijker stemming geraakt, en ten slotte had iemand voorgesteld»: ‘Laten we Simson erbij halen, dan kunnen we lachen.’ Simson werd uit de gevangenis gehaald en moest om de feestgangers te vermaken tussen de zuilen van de tempel gaan staan.
26) Hij vroeg aan de jongen die hem geleidde: ‘Zet me zo neer dat ik de zuilen kan aanraken waarop de tempel rust, dan kan ik daartegen steunen.’
27) De tempel was vol mensen, onder wie de Filistijnse stadsvorsten, en er waren ook nog zo’n drieduizend mannen en vrouwen op het dak geklommen om naar Simson te kijken en hem uit te jouwen.
28) Maar Simson riep de HEER om hulp en bad: ‘HEER, mijn God, denk toch aan mij! Geef me alstublieft nog eenmaal genoeg kracht, zodat ik me voor minstens één van mijn beide ogen op de Filistijnen kan wreken.’
29) Voorzichtig betastte hij de twee middelste steunpilaren van de tempel, zette zich met beide handen schrap
30) en riep uit: ‘Mijn dood zal de dood zijn van de Filistijnen!’ Toen duwde hij uit alle macht. De tempel stortte in en alle aanwezigen, ook de stadsvorsten, werden bedolven. Zo maakte Simson bij zijn dood meer slachtoffers dan tijdens zijn hele leven.
31) Zijn verwanten, zijn hele familie van vaderskant, kwamen naar Gaza om zijn lichaam op te halen. Ze namen het mee en begroeven het tussen Sora en Estaol, in het graf van zijn vader Manoach. Twintig jaar lang had hij Israël geleid.
Esoterische uitleg van Simson en Delila
Simson had bovennatuurlijke krachten. In de yogileer noemen ze die Siddhi’s. Hij had in ieder geval een bovenmenselijke fysieke kracht en een helderziend vermogen. Het vermogen van zijn 3e oog. Die combinatie maakte hem onverslaanbaar.
De 7 vlechten die hij in zijn haar had, staan voor zijn 7 ontwikkelde chakra’s. Het haar staat voor zijn gesublimeerde sexuele kracht die zijn 7 chakra’s van energie voorzag. Je kunt ook zeggen dat zijn kundalini energie in al zijn 7 chakra’s actief was.
Hij werd verleid door een vrouw waar hij werkelijk liefde voor in zijn hart had. Delila drong erop aan om haar te laten weten wat zijn geheim was. Bij de derde keer zat Simson al dicht bij de waarheid. Hij gaf aan dat het geheim in de 7 vlechten zat. Maar de vierde keer kon hij haar toch niet weerstaan. In de bijbel zal je niet echt sexuele verhalen tegenkomen. Die worden verteld via symbolische taal. Simson heeft 3 keer met haar gevreeën zonder daarbij zijn zaad te verliezen. Het zaad kon hij op die manier behouden om te sublimeren in de levengevende energie die zijn 7 chakra’s van de volle energie voorzag. Maar de vierde keer…Delila drong erop aan om toch een keer zijn zaad in haar uit te storten. Ze gebruikte daarbij het argument dat hij anders niet van haar hield. Simson verloor zijn kracht die zijn chakra’s van energie voorzag. Hij verloor zijn fysieke kracht en zijn helderziendheid. Hij verloor de HEER, ofwel zijn kundalini/sexuele kracht die bij hem door de sushumna stroomde.
De Filistijnen staken zijn ogen uit, het symbool voor niet meer zien, zijn 3e oog had niet meer de volle energie en verloor zijn kracht. De energie die in de yogaleer “Ojas” wordt genoemd verdween uit zijn ajna chakra (= 6e chakra = 3e oog). Hij was nu zwak als ieder ander mens. Zo werd hij overmeesterd en gevangen gezet.
Maar de Filistijnen vergaten dat haar met de tijd weer aangroeid. Ofwel dat sexuele kracht zich vanzelf weer opbouwt en de chakra’s van levenskracht voorziet. Hoewel hij blind was geworden op het fysieke vlak, stroomde de energie weer in zijn 3e oog. Hij zegt ook in vers 28, dat hij minstens 1 oog wil wreken. Zijn 3e oog! Maar niet alleen was de energie weer in zijn 3e oog gekomen maar ook zijn enorme fysieke kracht was terug. Hij duwde de pilaren om en stierf fysiek.
Simson was een Nazireeër (vers 17), dat betekent dat hij opgeleid was om zijn kundalini/sexuele kracht door zijn 7 chakra’s te laten stromen. Om zo in eenheid met het universum/God te kunnen leven. Jezus was ook een Nazireeër.
In de yogileer heb je de ida en de pingala, twee energiebanen die langs de ruggegraat lopen. Als deze twee energiekanalen schoon worden gemaakt door zuiver te leven, devotie, meditatie enzovoort, zullen de chakra’s zich evenredig aan dat schoonmaak proces ontwikkelen. Als dat proces tot op zekere hoogte klaar is kan het middelste kanaal, de sushumna, geopend worden. Daardoor zal de volle kracht van de kundalini kunnen gaan stromen. Dat proces maakt dat alle onzuiverheden die nog in de chakra’s zitten versneld worden opgeruimd. Dat is een lastige periode voor degene die dat ondergaat. Het kan fysiek en emotioneel heel zwaar zijn. Maar daarna zijn de chakra’s schoon genoeg om de volle kundalini energie te verdragen en kunnen de siddhi’s, die bij elke chakra anders zijn, tot bloei komen. Een voorbeeld: je kunt tot op redelijke hoogte wel helderziend zijn (3e oog), maar zonder de kundalini energie kan dat nooit tot zijn volle bloei komen.